Vanuit Lauwersoog gaan we via het wad naar Norderney, althans dat is
het doel. Met goed plannen, stroom mee en de goede snelheid, moeten we
alle wantijen kunnen halen naar Borkum en daar gaan we dus voor. Met een pittig windje en fokje op volgen we de prikken die het hele wad overkronkelen. We gaan over het de Groninger balg, ook wel poepegat, omdat we dan eerder het wantij van het Hornhuizerwad over kunnen. Daardoor halen we in hetzelfde tij ook het Pieterburen wantij en de Zuidoost Lauwers. Altijd spannend of we dan het Uithuizer wantij nog over kunnen, maar het loopt als een trein. Vervolgens rollen we de Eems op en dat blijft een geducht stuk water. Dit maal geen Noordwest 5 tegen stroom dus we steken over en nemen de ebstroom richting Borkum waar. Vervolgens schieten we het geultje in naar de havens. Daar hebben we volop stroom tegen, maar het is maar een kort stukje voor we Port Henri binnenlopen. Een deftige naam voor een wat verloren gegane glorie. Alle dwarssteigers zijn verdwenen tijdens een storm, maar er is wel gebaggerd en er is zo goed als overal voldoende diepte in tegenstelling tot de laatste keer dat wij er waren. Ook nu worden er na de harde wind van de nacht er voor weer nieuwe plankjes in de steigers gelegd, dat is niet veranderd. Lopen over de steiger is een wankele bedoening.
De lange dag is voorbij en in de avond krijgen we nog bezoek. De volgende dag willen wij natuurlijk hun schip zien, zij varen catamaran, een oudje varen ze, een bescheiden maatje, maar een heel leuk ship met veel ruimte. Er hangt een plezierige sfeer. Ook duiken we de volgende dag de boulevard van Borkum op, kijken uiteraard naar de zeehonden die vanaf het strand zichtbaar op de zandbanken liggen, en struinen over het strand naar de Noordzee, eindeloos veel strand. Cees duikt er even in, maar gezien de frisse wind en temperatuur laat ik mijn beurt voorbij gaan.
Een dagje later pakken we het wantij bij Borkum richting Norderney. Helaas liggen er dit keer geen zeehonden op de oostpunt van Borkum, heel jammer. Als we het wantij verlaten duiken we de volgende geul in, onder Memmert en Lutje Horn door. Dit keer leggen we niet in Juist aan, we willen door. Scandinavie roept nog steeds. Hier en daar is het zoeken naar de goede route, alle prikken en tonnetjes maken soms verwarrende situaties. Net voor de geul naar Juist laten we het grootzeil zakken: het volgende wantij is niet met grootzeil te bezeilen, het kronkelt te veel. Al snel laten we ook deze plaat achter ons en steken over naar Norderney. Dat blijft altijd heel lang naar 'buiten', de Noordzee op, varen voordat de geul onder Norderney ingevaren kan worden. Grotendeels loopt die langs het strand, de veerboten komen de geul in en uit en als we bij de haveningang zijn is het rustig en kunnen we doorvaren naar binnen. We hopen op een plaatsje helemaal achterin, daar ligt meestal niemand wegens ondiep water bij eb, maar voor ons is dat geen enkel probleem. En ja, het is vrij, nog even lastig aan te varen doordat de wind vanaf de steiger komt. Maar zoals gewoonlijk lukt dat prima met dank aan de schipper. Een lekker biertje wacht op het terras en een bezoekje aan het stadje is altijd weer leuk. We blijven dan ook twee nachtjes.
En dan is het kiezen: de wind is vrij stevig, NW 4 - 5 Bft voor de volgende dag. Als we via het wad gaan is het te doen, maar komen we in Langeoog uit. En de haven daar willen we niet heen. Spiekeroog is ook geen optie, te klein voor ons. Doorvaren naar Wangerooge kan alleen als we buitenom gaan, via de Noordzee. En dan kunnen we net zo goed meteen door naar Cuxhaven. Wachten tot er iets minder wind komt betekent nog een week blijven volgens de verwachtingen.
Ik houd niet van varen op zee met stevige wind, maar wil wel verder. Ik beloof niet te mopperen en we vertrekken toch richting Cuxhaven. Dat hadden we, volgens mij dan, misschien toch maar niet moeten doen: 10 uur lang wind van achter (achterlijke wind genoemd, terecht in mijn ogen) en golven van schuin achter: de ene zeper na de andere, uur na uur. En meer 5 dan 4 en de 6 wordt ook echt wel gehaald. Bah.
Op de digitale kaart die we even bekeken hadden, leek het alsof we met de start van de kardinalen de invaart van de Elbe bereikt hadden en er bijna waren,. Totdat we inzoomden en we net halverwege bleken te zijn. Eindeloos afzien, niet naar beneden gaan (geen horizon, acuut misselijk door het rollen) en heel blij met een lege maag. Maar zoals altijd bereik je uiteindelijk de plaats van bestemming wel, met nog altijd golven op de kont. Net op tijd ook, foutje in de tijdsplanning van het hoog water Cuxhaven (uur eerder dan de schipper dacht) maar ook weer geluk: de vloedstroom landinwaarts zet nog door tot drie kwartier na hoog water. We rollen de haven binnen een uur na hoog water. En dan is het ineens stil: geen golven meer. Mooie plaats in de stadshaven en aangezien het al laat is gaan we even wat eten in het stadje. En dan zit je aan tafel en beweegt de hele wereld nog altijd door: landziek! Dat ben ik. Zolang ik loop of beweeg gaat het, maar zit ik stil dan is het een ellendig gevoel en alles draait om me heen. Ondanks dat was het een fantastisch en bijzonder restaurantje en het eten meer dan heerlijk. Afijn, na een nachtje slapen is het over en gaan we Cuxhaven verkennen.
Eindeloos over de Elbe kijken vanaf de Alte Liebe de volgende dag. Blij dat we nu niet op de Elbe zitten, de schuimkoppen vliegen van de golven af en de wind giert. De paar bootjes die we zien hebben het zwaar en bokken hard tegen de golven in. Een enkeling wil door naar Brunsbuttel, een ander komt binnen, zo te zien vanaf het Duitse wad tussen Jade en Weser. Ik verklaar ze allemaal voor gek, leuk is het zeker niet met dit weer. Het stadje heeft een paar leuke winkelstraten, niet heel bijzonder, het park rondom Sloss Ritzenbüttel en het slot zelf zijn geinig met mooie gebouwen en gebouwtjes. Aangezien het weer, vooral de wind, niet veel beter wordt besluiten we om vrijdag met de veerboot naar Neuwerk te gaan. We blijven benieuwd hoe het daar is, maar het is ons nooit gelukt om er te komen op eigen kiel.
De veerboot vertrekt pas rond half vier in de middag. Eerder kan niet: dan kunnen ze de geul niet in naar Neuwerk, lopen ze vast of kunnen niet aanleggen. Het is tegen tij in twee uur varen en door de harde wind duurt het nog wat langer. Als ze het geultje naar Neuwerk induiken dan gaat de boot zijwaarts door de boeien rijtjes heen, bij de prikken kun je de prikken vanaf het dek aanraken zo dicht moeten ze er langs. De laatste staan bijna tegen het strand aan en de 'haven' is niets meer dan een steiger in zee. De boot moet daar ook nog draaien tussen steiger en een hoop stenen waar wat zand tegenaan is afgezet. Een oude steiger bestaat alleen nog uit wat verrotte palen in het water.
Toch is juist dat beeld wat Neuwerk zo bijzonder maakt. Een rondwandeling kan niet te lang duren: krap twee uur later gaat de boot weer terug. We lopen over de dijk, bekijken het landschap, zien het kleine haventje waar je zou kunnen verblijven (te klein) en bewonderen de Leuchturm. Best wel indrukwekkend en ergens ook mooi. De begraafplaats voor de naamlozen is een zee van stilte en maakt zijn eigen indruk. Terug op de veerboot toch maar wat drinken en eten want voor tien uur in de avond zijn we niet terug.
Nachtje slapen en beslissen ondanks de vooruitzichten om toch in de middag met het tij mee naar Brunsbuttel te gaan. Het is maar 5 Bft, als we de bocht eenmaal om zijn hebben we bescherming tegen de noordwest winden en door de plaat weinig golven. Dat hadden we bedacht. Dat had je gedroomd dus. We staken de neus buiten de haven en meteen vloog er van alles door de kajuit. De golven die naar binnen rolden de Elbe op waren stevig, talrijk, en de wind die ze opjaagde stopte echt niet bij 5 Bft. En die plaat bracht geen enkele bescherming: de wind stuwde het water op en de plaat lag dik onder het water. En de golven dik er overheen aan het racen, vooral waar het water wat dieper was. Een zeer onplezierig tochtje dus, maar zoals de schipper zegt: de boot kan het hebben. Ook dat tochtje gaat weer voorbij, twee uurtjes later konden we zo de sluis binnenvaren. Geen wachttijd dit keer. Heerlijk, de komende dagen gewoon een rustig kanaal voor de boeg. Wind of geen wind, het maakt daar niet zo veel uit. Op naar Kiel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten